De waarde van muziek in een voetbalstadion

Elke winkel heeft een eigen publiek en een eigen sfeer. Die sfeer wordt mede bepaald door het interieur, de bediening – en vaak ook door de muziek. Performers Magazine praat met Marc Coonen, deejay van het Fortuna Sittard Stadion.

Ook in coronatijden wordt er gevoetbald. En daar hoort muziek bij, al is er geen publiek. “Je probeert de sfeer toch te behouden, anders kan je net zo goed Sky Radio opzetten”, zegt stadion-deejay Marc Coonen van Fortuna Sittard. Hij begint nu een halfuurtje later, maar met dezelfde insteek: sfeer opbouwen richting spelersopkomst.

Normaliter start hij anderhalf uur voor de aftrap. “De muziek draagt bij aan de sfeerbeleving, maar de sportieve prestaties blijven natuurlijk bepalend. Als je in degradatienood zit, voegt feestmuziek weinig toe. In goede tijden draai ik voetbalstadionhits als Pretty Belinda van Chris Andrews, Amarillo van Albert West, Sweet Caroline door DJ Ötzi of Walk of Life van Dire Straits. Het is continu zoeken naar een compromis, waarin zowel de bassisschoolleerling die voor het eerst komt als de zestigplusser zich kan vinden.”

Het laatste kwartier voor de aftrap kent een vast patroon. “Ik begin met het refrein van Abba’s Fernando, als eerbetoon aan oud-Fortunaspeler Fernando Ricksen die aan ALS is bezweken. Als de opstellingen zijn omgeroepen draai ik Judgement Day van Robby Valentine, een couplet en het refrein.

Dat nummer beschrijft perfect het gevoel van supporters vlak voor het beginsignaal. Dan volgt Gael Greun (geel groen, de clubkleuren) van Arno Lemaire, een uptempo-Fortunaplaat. Daarna stukjes house, van The Chase van Dimitri Vegas, Just Can’t Get Enough van Charlie Lownoise of On The Move van Barthezz. Bij de spelersopkomst start ik de originele versie van Nao Veure Fortuna, voorafgegaan door de oproep om te gaan staan voor het clublied van Fortuna Sittard. Als goaltune hebben we Beast van Dimitri Vegas, een instrumentale versie van Kim Wilde’s Cambodia.”

Als het publiek, in dialect, eigen teksten zingt op een bestaande melodie, wil hij wel eens inhaken door in de rust de originele plaat te starten. De spelersopkomst na de pauze wordt begeleid door de Theme Song van de Amerikaanse tv-serie The Office. Lekker vrolijk. En als er gewonnen is, schalt na afloop Les Lacs de Connamera van Michel Sardou door de stadionspeakers. Een live-uitvoering. “Op het instrumentale deel kan je lekker meezingen. Na de huishoudelijke mededelingen door de stadionspeaker draai ik Give It Up van Captain Jack. Meestal lopen de spelers dan naar de groep trouwste aanhangers, om die te bedanken. Dan fade ik de muziek, want dat is een interactie tussen spelers en fans. Dan moet het geluid uitstaan.”

Bij het inhaken op de omstandigheden schuwt hij de humor niet. Dan zet hij bijvoorbeeld Hot! Hot! Hot! van Buster Poindexter op als het vriest dat het kraakt. Of Koud Hè, van Spaan en Vermeegen.

“Een tijdlang bivakkeerden we in de kelder van de eerste divisie. Als we dan op een gure maandagavond voor 1500 toeschouwers van een belofteteam verloren, draaide ik I Don’t Like Mondays van de Boomtown Rats of That’s The Way It Is van Bruce Hornsby. Dat doe je voor de fans die in weer en wind hun club blijven steunen in de allerslechtste jaren. Zij vormen de ruggegraat van de club.”

Al ruim twintig jaar heeft de nu 42-jarige Coonen veel plezier in zijn vrijwilligersjob. “Ik ben supporter van kleins af aan. Ik besef dat het iets is dat je mág doen, het is geen vanzelfsprekendheid. De vrijheid die ik van de club krijg ervaar ik als heel prettig. Nee, aan stoppen denk ik nog niet.”

Bron: Sena Performers Magazine

 

Nieuwsbrief ontvangen?

Wil jij niets missen van Muziek Werkt? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang 4 keer per jaar nieuws van Muziek Werkt.

Muziek houdt ons bezig

Verbinding onderbroken. Opnieuw proberen...